Dit artikel en interview dateert reeds van 2011 en werd toen in het Nederlandse magazine Hondensport & Sporthonden gepubliceerd en in het Amerikaanse Police K9 Magazine.
Toch wil ik het persé op mijn eigen website gepubliceerd hebben omdat het een mooi beeld heeft over het verleden en dus de evolutie van de training en het werk met politiehonden, meer bepaald detectiehonden.
Axel Van der Borght
Toch wil ik het persé op mijn eigen website gepubliceerd hebben omdat het een mooi beeld heeft over het verleden en dus de evolutie van de training en het werk met politiehonden, meer bepaald detectiehonden.
Axel Van der Borght
Politiehonden in Brussel – een gesprek met hoofdinspecteur Derese
Korpschef Van Wymersch van de politiezone Brussel Hoofdstad – Elsene had mij de toestemming gegeven om de hondenbrigade te bezoeken.
Deze zone beschikt namelijk over een erg grote hondenbrigade verspreid over drie kennels.
Tevens wisten we dat deze hondenbrigade een prominente rol heeft gespeeld inzake de opleiding van drugshonden. En zij hebben reeds een lange geschiedenis achter de rug door de samenwerking in de jaren ‘80 met JR TOMAN.
Deze politiezone telt 2830 politiemensen en burgerpersoneel voor 230.000 inwoners en een naar schatting 1.250.000 bezoekers ( pendelaars en toeristen ) per dag.
Uiteraard heeft Brussel als wereldstad heel wat meer inwoners en bezoekers maar de stad is verdeeld in verschillende politiezones.
Momenteel telt de hondenbrigade van Brussel Hoofdstad – Elsene 53 hondengeleiders waarvan 7 geleiders ook drugshondgeleider zijn.
Genoeg redenen dus om benieuwd te zijn naar hun werking.
Als gesprekspartner werd mij de sympathieke en gedreven ‘Brusseleir’, hoofdinspecteur Derese, aangewezen en daar kreeg ik geen spijt van.
Carrièreschets van hoofdinspecteur Derese
Hinp Derese: In 1977 ben ik mijn carrière als rasechte Brusselaar gestart in mijn stad. Toen duurde die opleiding slechts een drie maand. Toen ik pas een jaar bij de interventiedienst aan het werk was kwamen er plaatsen vrij bij de hondenbrigade. Als hondenliefhebber mocht ik samen met een vriend uit mijn lichting de overstap wagen.
Ik kreeg mijn eerste diensthond toegewezen : Aldo, een Mechelse herder van 3 jaar.
Samen genoten wij een interne opleiding voor patrouillehondgeleider van 4 maand.
Tot midden 1982 bleef ik hondengeleider.
Ik had ambitie en nam deel aan een selectieproef om hogerop te geraken. Dat lukte en ik werd ‘ Bijzonder agent’. Een heel speciaal klinkende naam maar dat was gewoon de titel toen voor de graad van middenkader.
Na die opleiding werd ik overgeplaatst om de job als leidinggevende te leren.
Van eind 1982 tot midden 1989 heb ik op verschillende diensten van onze zone gewerkt zoals de dispatching, de wijkwerking, chef bij de interventie en zo meer.
Axel: Als kerverse chef heb je wel een uitzonderlijke vuurdoop gekend ?
Hinp Derese: Dat klopt. Nadat 2 brandweerlieden het leven hadden verloren bij een aanslag van de terreurorganisatie CCC werd er beslist om de dispatching constant met een leidinggevende te bemannen. Ook ik werd aangeduid en startte begin mei 1985.
Tijdens mijn tweede of derde nacht als nieuwe chef nam de Europese cupfinale plaats in het toenmalige Heizelstadion Liverpool – Juventus. Die dag, 29 mei 1985, staat sindsdien eeuwig in mijn geheugen gegrift.
Op onze dienst kregen wij toen honderden telefoons te verwerken uit Engeland en Italië van bezorgde familieleden die de beelden thuis live volgden.
Wij zelf, op de dispatch, hadden geen tv. Pas toen we ’s morgens de kranten lazen zagen wij beelden van deze desastreuze avond : 39 doden en ongeveer 400 gewonden.
Axel: Wanneer kwam je dan terug bij de hondenbrigade ?
Hinp Derese: Als onderofficier kreeg ik op een gegeven moment de keuze om ofwel te verhuizen naar de dienst Openbare orde of als leidinggevende bij de hondenbrigade.
Onnodig te zeggen dat die beslissing vrij snel werd genomen.
Mei 1989 werd ik dus diensthoofd van de hondenbrigade.
Axel: Je kreeg de kans om nog opleidingen te volgen ?
Hinp Derese: Toen ik als chef begon telde het korps slechts één drugshond. Begin jaren 90 zelfs geen enkele !
Ik vond dit niet kunnen en heb bij de korpsleiding toen voorgesteld om me te laten specialiseren.
Axel: Werd je gesteund ?
Hinp Derese: Ja, de korpsleiding heeft mij trouwens altijd gesteund.
In een wereldstad als Brussel kennen de collega’s de waarde van een hondenbrigade ongetwijfeld.
Axel: Hoe heb je je dan gespecialiseerd ?
Hinp Derese: Ik ben naar verschillende korpsen gaan kijken in het buitenland.
In Nederland bezocht ik de politie van Rotterdam en de Dienst Levende Have Politie bij hun baas Jan ZOODSMA in Nunspeet.
In Frankrijk ging ik naar Parijs.
In Duitsland kreeg ik een opleiding bij de toen erg gekende Alfred MACIEJEWSKI in de Politieschool Stukenbrock in Nordrhein Westfalen. Maciejewski was al vele jaren bezig met verschillende soorten speurhonden.
Midden jaren 90 mocht ik een week een internationale bijeenkomst in Budapest bijwonen. Daar leerde ik nieuwe methodes kennen en legde er interessante contacten voor later.
Als leidinggevende had ik toen een eigen diensthond, Boy, een Duitse herder van drie jaar. Met hem ben ik , autodidactisch, gestart om te zoeken naar een eigen manier.
Toen ik er mij klaar voor voelde nam ik opnieuw contact op met Maciejewski. Samen met Boy heb ik mij toen een week lang laten evalueren in Duitsland met een lichting drugshondgeleiders die net op het eind was van hun opleiding. En ik slaagde ook.
opleiding drugshondgeleider
Axel: Vervolgens ben je ook gestart met een opleiding ‘drugshondgeleider’ te organiseren in België ?
Hinp Derese: Dat klopt. Dat gebeurde in samen werking met de Brusselse politieschool.
Dit gaf lokale politiekorpsen ( toen nog gemeente- of stadspolitie ) de kans om drugshonden op te leiden.
Axel: Was daar dan vraag naar ?
Hinp Derese: Dat staat buiten kijf. Ik stond dus aan de wieg van de opleiding ‘drugshondgeleider’ bij de lokale politie.
Ik kwam toen wel in het vaarwater van de toenmalige Rijkswacht die voor elke specialisatie slechts één hond verkoos.
Axel: Je ondervond veel tegenkanting ?
Hinp Derese: Ik heb lang tegenkanting gehad van de Dienst Hondensteun van de Federale politie. Hun argument : de betrachting is één discipline per hond omdat het anders nadelig is voor één van de twee disciplines.
Ik ben daar echter helemaal niet van overtuigd.
Ik ben lang een schietschijf geweest maar ik gaf niet op.
Ik getroost mij met de volgende gedachte :
Had ik in de jaren 90 zelf niet het initiatief genomen en niet gesteund geweest door mijn korpschef en de Brusselse politieschool dan zouden er dus veel korpsen in België geen drugshond hebben en gehad hebben want de Federale politie kan de aanvraag van de lokale politiekorpsen niet aan.
Vele korpsen willen een drugshond want de Federale politie telt slechts 14 actieve en twee passieve of stille drugshonden.
De Federale politie kan dus zowel de vraag naar opleidingen als de vraag naar operationele steun niet aan. De nood is er, de capaciteit niet. Kortom, de Federale politie komt te kort.
Door mijn ervaringen en contacten in het buitenland wist ik dat een opleiding voor specialisatie ‘drugshond’ zo’n drie tot 4 maand duurt. Ik stak een opleiding in elkaar ,hier op gebaseerd, van zo’n 300 uur.
De Federale politie rekent op 760 uur.
Axel: Jij bent een voorstander van ‘dual purpose dogs’ ?
Hinp Derese: Ik heb altijd geijverd voor honden met twee disciplines. Omwille van verschillende redenen. Voor een klein korps in het bijvoorbeeld niet werkzaam maar ook niet betaalbaar om met een aparte drugshond te werken.
Ik zocht naar patrouillehonden met de juiste kwalificaties om die vervolgens ook voor de specialisatie drugs op te leiden.
Over heel de wereld doet men dit zowel bij politiediensten als bij het leger.
Axel: Hoeveel opleidingen heb je ondertussen al georganiseerd ?
Hinp Derese: Van de periode 94-95 tot 2007 heb ik een 60-tal teams opgeleid.
In elke lichting nam er ook wel één team deel uit onze eigen kennel.
Meestal ging het om dual purpose dogs maar ook wel eens om een actieve drugshond.
Axel: Maar de specialisatie ‘dual purpose dog’ is nu wel een feit ?
Hinp Derese: Het heeft erg veel voeten in de aarde gehad en we hebben vele jaren geduld moeten oefenen.
Ik had een dossier opgemaakt voor een nieuwe specialisatie ‘dual purpose dog’. Pas heel recentelijk is het dossier aangenomen door de Pedagogische Cel 5 van de Belgische politie. ( Noot interviewer Axel : cel 5 staat voor Poltitiehonden , cel 4 staat bijvoorbeeld voor dwang met vuurwapen )
Sinds juni 2010 is het dus een volledig erkende discipline.
Ondanks de uitzonderlijke geschiedenis van België inzake de politiehond, ik denk aan de eerste politiehonden in Gent en de voortrekkersrol van onze eigenste zone, is het maar zeer recentelijk dat er in België een wettelijk kader bestaat rond de inzetbaarheid en de opleiding van politiehonden.
Ik zelf ben opleider en zal blijven opleidingen verzorgen en ook voor zorgen dat er opvolging is.
Over de hondenbrigade
Axel: Van wie zijn de honden ?
Hinp Derese: Op een paar uitzonderingen na zijn alle honden in ons korps eigendom van de zone. Alle kosten worden gedragen door de zone.
De honden blijven in de kennel uitgezonderd een paar.
Er zijn enkele collega’s die ook gedreven zijn in een hondensport. Denk maar aan de u gekende Marie France die ooit Belgisch kampioen was in de VVDH.
Axel: Wie doet de selectie van de honden en hoe gebeurt die ?
Hinp Derese: De selectie gebeurt door alle opleiders binnen onze kennel samen, dat zijn er vier en onze eigen twee erkende pakwerkers.
Wij volgen de instructies die bij de politie staan beschreven. Ik som die kort eens op:
1° minimum 12 maanden oud zijn ;
2° geregistreerd zijn ;
3° ingeënt zijn volgens de minimale voorwaarden vereist voor het gehele grondgebied van het Rijk ;
4° op medisch en fysiek vlak geschikt verklaard zijn ;
5° beantwoorden aan het karakterieel profiel.
Axel: Ben je zelf ook nog geleider ?
Hinp Derese: Wegens tijdsgebrek is dat onmogelijk. Zeker omwille van de opleidingen die ik geef.
Axel: Welk ras verkies jij zelf ?
Hinp Derese: Ik heb helemaal geen voorkeur. Maar uiteraard zag ik door de jaren heen een evolutie. Er zijn tegenwoordig veel meer mechelaars dan Duitse herders . Anderzijds zijn er ook rassen die er niet meer voor in aanmerking komen. Bijvoorbeeld de Bouvier en de rottweiler die te veel op schoonheid zijn gefokt. Het is trouwens ook pover gesteld met de andere Belgische variëteiten zoals de Groenendaeler en de Tervueren.
Ik herinner mij in het verleden nog één Laekense herder, twee broers Groenendaeler , één Tervueren.
In 1978 was 1/3 van onze honden een bouvier op een totaal van 30. Dat waren toen erg goeie honden.
Occassioneel zien we ook wel eens een Hollandse herder tijdens de opleidingen.
Axel: Waar kopen jullie de honden ?
Hinp Derese: Jaar na jaar hebben wij grotere problemen om goeie honden te vinden. Wij hebben hier in België veel concurrentie van buitenlanders die honden hier komen zoeken.
Er worden onze honden aangeboden door burgers, clubs en verkopers. Soms vinden we er via collega’s.
Door onze administratieve procedures verliezen we wel eens de kans om een hond aan te kopen.
Sommige buitenlanders betalen namelijk niet alleen meer maar ook veel sneller of zelfs onmiddellijk ter plaatse.
Bij ons kan dat wel weken duren.
Axel: Waar haal je jouw motivatie ?
Hinp Derese: Ik heb altijd graag met honden gewerkt.
Maar ik kan ook veel motivatie halen uit de feedback die ik krijg van mijn oud-leerlingen van de drugshondopleidingen. Dit jaar verwittigde bijvoorbeeld Kevin, een collega uit Kortrijk, me dat zijn drugshond twee keer meer dan één kilo ( cocaïne en heroïne ) had gevonden.
Axel: Welke waren de mooiste vondsten ?
Hinp Derese: Ik herinner mij dat één van mijn geleiders eens 230.000 euro drugsgeld heeft gevonden tijdens een huiszoeking inzake drugstrafiek.
De binnenkoer van het pand was een waar stort. Het lag er vol met dozen, plastiek zakken, restafval, electrische aparaten, kapotte wagens etc. De speurders zagen het niet goed zitten om daar te zoeken. Maar de hond trok spontaan aan de leiband en zijn geleider liet hem doen. Hij wees een oude wasmachine aan en in de trommel zat het geld verstopt , professioneel verpakt.
Axel: Hoeveel keren per jaar komen jullie drugshonden in actie ?
Hinp Derese: Jaarlijks zijn er zo’n 200-tal geplande acties. Op vraag van collega’s van de LRD ( Lokale Recherche Dienst) of de FGP ( Federale Gerechtelijke politie) voor bijvoorbeeld huiszoekingen met mandaat.
Ik schat dat er evenveel spontane vorderingen gebeuren door onze collega’s. Zij vragen dan onze bijstand bij een controle op de baan of bij een huiszoeking ten gevolge van een heterdaadprocedure.
Onze dispatching en de unit Drugs van de LRD zijn constant op de hoogte welke drughondgeleider beschikbaar is.
Elke kandidaat drughondgeleider bij ons weet dat hij maximum beschikbaar moet blijven voor de dienst.
Axel: Wat knoop je goed in de oren van de kandidaat hondengeleiders ?
Hinp Derese: Ik overtuig hen er van om te proberen de taal van de hond te begrijpen, om zijn lichaamstaal te lezen.
En ik geef hen bij het einde van hun opleiding mee dat het echte werk pas begint. Het leren stopt nooit.
Trouwens, een hond met de juiste kwalificaties de producten leren kennen en ze zoeken is relatief gemakkelijk. De samenwerking tussen geleider en hond en de knepen van het vak vergen meer tijd en energie.
Axel: Maar je hebt ook raad voor de politiemensen die geen hondengeleider zijn ?
Hinp Derese: Het is iets waar ik blijf op doorhameren. Wanneer collega’s bij een huiszoeking vermoeden hebben op de aanwezigheid van drugs moeten ze de plaats niet doorzoeken. Veelal gebeurt het dat ze in hun enthousiasme maar ook door onwetendheid eerst zelf zoeken naar drugs. Pas daarna vragen ze onze tussenkomst. Zeker als ze al een kleine hoeveelheid gevonden hebben zoeken ze verder om nog meer te vinden wanneer dat niet gebeurd vragen ze ons.
Maar dan komt de geleider tijdens de zoeking voor vragen te staan omdat de geurmoleculen door elkaar gemengd zijn. Zijn hond reageert dan op besmette plaatsen.
Van tijd tot tijd zijn het soms kleine drugsvangsten die kunnen leiden naar grootschalige onderzoeken. Ik herinner dat een geleider eens werd ingezet voor een huiszoeking bij een gebruiker die betrapt was met een kleine hoeveelheid op heterdaad. Bij de huiszoeking vond de hond echter nog meer drugs zorgvuldig weggestoken in een cd-lader. Op basis van die vondst is die gebruiker beginnen praten. Via de collega’s van de recherche weet ik dat er uiteindelijk een heel netwerk is opgerold in België en Frankrijk met veel arrestaties en in beslag genomen wagens en drugs.
Die rechercheurs merkten terecht op dat zonder hond die heroïne tijdens de zoeking vermoedelijk niet werd gevonden. Want zeg nu zelf, wie kijkt ook in de cd-lader ? We weten allemaal hoe proper het er bij gebruikers soms kan zijn.
Axel: Jullie hebben dus ook veel succes in het buitenland ?
Hinp Derese: We kregen al bezoek van korpsen over heel de wereld.
En we werken samen met andere diensten zoals het Belgisch leger en douane.
Het is ook al gebeurd dat buitenlandse politiemensen bij ons kwamen voor een opleiding.
Er kwamen bijvoorbeeld vier mensen uit Ivoorkust voor 6 maand lang en één iemand uit Mauritius voor een vijftal maand.
Maar dat is niet altijd met evenveel succes. Ik herinner zo een anekdote dat we na de middagpauze een collega uit Ivoorkust vroegen om zijn hond uit de kennel te halen om aan de training te beginnen.
Toen hij terugkwam merkten we dat hij er was met de verkeerde hond.
De honden voor de Ivoorkust werden betaald door de Amerikanen in hun strijd tegen de drugs. Maar het liep minder goed af. De Amerikanen zijn zelf die honden daar gaan terug halen omdat sommigen nog 16 kg wogen.
De vier waren trouwens ook eens zoek. We vonden ze terug , slapend in het park.
Axel: Ik zie hier een bord hangen met een opschrift van J.R. Toman ‘ Africhting van de hond begint bij zijn geleider’ ?
Hinp Derese: Ik heb die man zelf nog ontmoet. Hij was hier technisch raadgever om een opleiding op te starten.
Na het volgen van die opleiding ontvingen de leerlingen een certificaat.
In de jaren 80 moeten er zo’n 600 à 700 politiemensen naar ons korps gekomen zijn om die opleiding te volgen om patrouillehondengeleider te worden.
Er werden ook bijscholingen verzorgd.
Axel: Hoe werkt jullie hondenbrigade ?
Hinp Derese: Elke geleider werkt met zijn eigen hond. Wij voorzien een 24/24 uren dienst.
Overdag verzekeren de geleiders overwegend preventieve patrouilles in de vele parken die Brussel rijk is. Zij patrouilleren uiteraard ook te voet in winkelstraten en in residentiële wijken.
’s Nachts fungeren onze patrouilles meer als bijstand aan de klassieke patrouilles. Dan gaan zij de baan op met de wagen. Zij doen dan bijvoorbeeld zoekingen in gebouwen in geval van inbraakalarm, verdachte handelingen en zo meer of staan de collega’s bij tijdens interventies met grotere risico’s zoals vechtpartijen in de uitgaansbuurten of bij het uitvoeren van een controle.
Daar het Koning Boudewijnstadion ook in onze zone ligt werken we regelmatig in het kader van openbare orde zoals voetbalwedstrijden , concerten of andere evenementen.
Daarnaast verzorgen we dus ook onze opdrachten met de drugshonden.
En onze instructeurs en pakwerkers verdelen hun tijd tussen hun gewone werk en de trainingen.
Axel: Hoeveel bijtincidenten gebeuren er?
Hinp Derese: Ik kan daar geen cijfer op plakken. Er zijn vermoedelijk meer bijtincidenten tijdens het trainen dan op straat. De aanwezigheid van een hondenteam is meestal ruimschoots voldoende.
Ik ben er zeker van dat als de honden effectief moeten bijten het gerechtvaardigd zal zijn conform de Wet op het Politieambt ( WPA ).
Auteur : Axel Van der Borght
Foto's : Axel Van der Borght en Patrick Renard
Auteur : Axel Van der Borght
Foto's : Axel Van der Borght en Patrick Renard
Gepost op : 20 oktober 2024